Wat zijn oude patronen?

95% van wat we doen, doen we onbewust. En gelukkig maar, want anders zouden alledaagse handelingen ontzettend veel tijd en moeite kosten. Stel je eens voor dat je bij het lopen elke keer zou moeten stilstaan bij hoe je de ene voet voor de andere voet moet zetten, hoe je je evenwicht houdt, hoe ver je je voeten moeten optillen, etc. Gelukkig hoeft dat niet. Je hebt ooit leren lopen en nu doe je dat als vanzelf. Er bestaat een soort netwerk in je hersenen, een patroon ‘lopen’, dat je automatisch kunt activeren, zonder dat je erover hoeft na te denken. Hetzelfde geldt voor alledaagse handelingen zoals eten, praten, fietsen, etc.

Net als netwerken, waarin dit soort alledaagse handelingen liggen opgeslagen, zijn er ook netwerken in onze hersenen waarin opgeslagen ligt hoe we bepaalde gebeurtenissen interpreteren en hoe we daarop vervolgens reageren. Bepaalde situaties of gebeurtenissen roepen steeds hetzelfde soort gedachten en gevoelens op en je handelt vaak op de automatische piloot. We zijn als het ware voorgeprogrammeerd om op een bepaalde manier te denken en te handelen. Dit is wat ik bedoel met een patroon. Zo’n patroon bestaat uit diepgewortelde overtuigingen over jezelf en/of over de wereld om je heen en de bijbehorende gedragspatronen. Omdat dit soort patronen vrijwel altijd hun oorsprong vinden in onze kindertijd, noem ik het ‘oude’ patronen. Vaak is het namelijk ook zo dat zo’n patroon heel nuttig of functioneel was toen je het ontwikkelde, maar je gaandeweg je leven niet meer dient.

Door onze ervaringen zijn we, net als robots, als het ware geprogrammeerd om automatisch op een bepaalde manier te reageren. Het goede nieuws is dat wij ook in staat zijn om onszelf te herprogrammeren!

Een voorbeeld: Stel dat je als kind meemaakte dat je vader je moeder verliet voor een andere vrouw en met die vrouw een nieuw gezin stichtte. Je voelde je in de steek gelaten en ongewenst gedurende je jeugd. Je ontwikkelde de overtuiging: “Niemand wil mij. Ik word toch in de steek gelaten.” In reactie op deze overtuiging ging je als tiener relaties uit de weg; je trok je terug, omdat je ervan overtuigd was dat niemand op jou zat te wachten en je toch nooit een langdurige relatie zou krijgen. Door je zo op te stellen bevestigde je als het ware jezelf: de kans was inderdaad klein dat je op die manier een liefhebbende partner zou vinden, waardoor jij bij jezelf dacht: “Zie je wel, ik had gelijk!”.

Een ander voorbeeld: Stel dat je als kind altijd te horen kreeg dat je niet deugde en dat je niks goed kon doen. Je ontwikkelde de overtuiging “Ik ben waardeloos”. Als gevolg van deze overtuiging begin je nergens aan: je weet tenslotte toch al dat je zult falen, dus waarom zou je beginnen? Je maakt je opleiding niet af en werkt onder je niveau. Je haalt weinig voldoening uit je werk en dat bevestigt nog eens je gevoel waardeloos te zijn.

De gemeenschappelijke factor van deze twee voorbeelden, is dat bepaalde ervaringen in de kindertijd veel impact hebben op hoe je jezelf ziet en hoe je anderen ervaart. Vervolgens ga jij daar op een bepaalde manier mee om (vaak uit zelfbescherming), waardoor je telkens jouw negatieve overtuigingen bevestigd ziet: een selffulfilling prophecy. De manier waarop je als kind reageerde op wat je meemaakte, is heel begrijpelijk. Toch kan die strategie je in de loop van je leven steeds meer in de weg gaan zitten. Op dat moment is het van belang dat je dit gaat herkennen, zodat je de mogelijkheid krijgt om dit patroon te doorbreken.